Kosten:
noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen uitgedrukt in Euro’s (geld).
Uitgaven: wat je op een bepaald moment betaald
Opbrengsten/ontvangsten:zijn aan perioden, producten, enzovoort toegerekende geldontvangsten die verband houden met de verkoop van producten of levering van diensten.
Constante kosten: kosten die niet veranderen bij de omvang van de productie
Bijv. personeelskosten ( personeel heeft iedere maand zelfde loon)
Variabele kosten: kosten die veranderen bij de omvang van de productie
Kostensoorten van:
o Grond- en hulpstoffen --> uitval en afval meenemen in berekening
o Arbeid à hoe zijn deze opgedeeld
o Duurzame productiemiddelen -->economische levensduur berekenen
o Grond
o Diensten van derden
o Kostprijsverhogende belastingen à btw valt hier niet onder
o vermogen --> bijvoorbeeld rente
Technische voorraad= voorraad aanwezig in het magazijn
Economische voorraad= de technische voorraad + (voor)inkopen – (voor)verkopen
Productiecapaciteit berekenen:
Formules:
fabricagekostprijs:
Totale variabele fabricagekosten (Vp) + Constante fabricage kosten (Cp)
------------------------------------------------ -----------------------------------------------
Verwachte productie (Wp) Normale productie (Np)
Commerciële kostprijs:
Totale variabele verkoopkosten (Vv) + Constante verkoopkosten (Cv)
----------------------------------------------- ------------------------------------------
Verwachte afzet (Wv) Normale afzet (Nv)
Klassieke resultaatrekening:
Klassieke manier:
Opbrengst: afzet x verkoopprijs ….
kosten: variable …..
…..
vast ….. +
….. -
Voorraadmutatie:
(afzet – productie)* fabr.Kp ….. + of -
Perioderesultaat …..
Geanalyseerde resultaatrekening:
Omzet ( Werkelijke afzet * verkoopprijs) ……
-/- Toegestane kosten (Werkelijke afzet * commerciële kp) ……
Verkoopresultaat of transactieresultaat of ruilwinst ……
Verschillenanalyse:
Variabel: (week 5 en 6)
Constant: Bezettingsresultaat (W-N) * C/N
Productie: (Wp – N) * Cp/N) …… + of –
Verkoop: (Wv - N) * (Cv/N) …… + of –
Budgetresultaat (werkelijk budget – begroot budget)
Productie: (werkelijk – begroot) …… + of –
Verkoop: (werkelijk – begroot) …… + of –
Perioderesultaat ……
Uitgaven: wat je op een bepaald moment betaald
Opbrengsten/ontvangsten:zijn aan perioden, producten, enzovoort toegerekende geldontvangsten die verband houden met de verkoop van producten of levering van diensten.
Constante kosten: kosten die niet veranderen bij de omvang van de productie
Bijv. personeelskosten ( personeel heeft iedere maand zelfde loon)
Variabele kosten: kosten die veranderen bij de omvang van de productie
Kostensoorten van:
o Grond- en hulpstoffen --> uitval en afval meenemen in berekening
o Arbeid à hoe zijn deze opgedeeld
o Duurzame productiemiddelen -->economische levensduur berekenen
o Grond
o Diensten van derden
o Kostprijsverhogende belastingen à btw valt hier niet onder
o vermogen --> bijvoorbeeld rente
Technische voorraad= voorraad aanwezig in het magazijn
Economische voorraad= de technische voorraad + (voor)inkopen – (voor)verkopen
Productiecapaciteit berekenen:
Formules:
fabricagekostprijs:
Totale variabele fabricagekosten (Vp) + Constante fabricage kosten (Cp)
------------------------------------------------ -----------------------------------------------
Verwachte productie (Wp) Normale productie (Np)
Commerciële kostprijs:
Totale variabele verkoopkosten (Vv) + Constante verkoopkosten (Cv)
----------------------------------------------- ------------------------------------------
Verwachte afzet (Wv) Normale afzet (Nv)
Klassieke resultaatrekening:
Klassieke manier:
Opbrengst: afzet x verkoopprijs ….
kosten: variable …..
…..
vast ….. +
….. -
Voorraadmutatie:
(afzet – productie)* fabr.Kp ….. + of -
Perioderesultaat …..
Geanalyseerde resultaatrekening:
Omzet ( Werkelijke afzet * verkoopprijs) ……
-/- Toegestane kosten (Werkelijke afzet * commerciële kp) ……
Verkoopresultaat of transactieresultaat of ruilwinst ……
Verschillenanalyse:
Variabel: (week 5 en 6)
Constant: Bezettingsresultaat (W-N) * C/N
Productie: (Wp – N) * Cp/N) …… + of –
Verkoop: (Wv - N) * (Cv/N) …… + of –
Budgetresultaat (werkelijk budget – begroot budget)
Productie: (werkelijk – begroot) …… + of –
Verkoop: (werkelijk – begroot) …… + of –
Perioderesultaat ……